Deze pelgrimstocht is volbracht. 15 sept 2015 - 31 okt 2015.

zondag 20 september 2015

* 5 EXTRAMADURA/BADAJOZ : El Real de la Jara - Monasterio




5 Naar Monasterio 20,8km ↑444m ↓184m



Mijne oudste zoon Kristof heeft me bij mijn vertrek een dozeke kleurkrijt meegegeven. Alle 100 km moet ik de weg markeren bij mijn doortocht. Zo kunnen de sponsors zien dat ik het eerlijk speel. Dat is de opzet. Eigenlijk moest ik er nog een onnozel tekeningetje bijplaatsen op de koop toe. Gevoel voor humor heeft hij wel. Zo als je hier en daar zo een tekeningetje tegenkomt tussen de fotootjes, dan weet je wat de bedoeling ervan is.
Zondag, de dag des Heren. Ik moet mijn eerste indruk van die Fransmannen bijstellen. Patrick, Gilles en Arlette kwamen me een pint trakteren in de wifikroeg waar ik mijn fotokes had opgeladen. Ze vallen best mee. Misschien als blijk van dank die pint omdat ik hen eerder op de dag terug op de juiste weg had gezet. Ze gingen volledig de verkeerde kant uit. Samen zijn we een pelgrimsmenuke gaan eten in het dorp. Glazeke wijn erbij om even te kunnen genieten van de toch zware inspanning. Aan tafel zaten ook die lange Duitser met zijn lief. Karsten en Marijke vallen ook wel best mee als compagnie. ‘Inch bin satt’ zei hij een moment. Er was nochtans niets aan te zien. Satt betekende dat hij genoeg had gegeten en helemaal geen stuk in zijn kraag had. De overschot van zijn schotel deelde hij met zijn disgenoten. De Amerikaan uit Oregon luistert naar de naam ‘Al’ – you van call me Al van Paul Simon. ’t Wordt een dwangmatige stoornis bij me om bij elk akkevietje een liedje te bedenken. Kris van het genootschap zat ook mee aan tafel. Hij moest voor Al het menu vertalen. ‘Looking for mountain oysters Al ?’ vroeg ik aan de man uit de Great Plains. Hij moest er hartelijk om lachen en wist exact wat ik bedoelde. ‘You don’t find them in Spain’ repliceerde hij met een smile zo groot als de Plains waar hij vandaan kwam. Allez, ’t heeft me daar gesmaakt en ben dan maar terug naar Albergue geteend. Zalig, helemaal alleen. De anderen zaten allemaal in een privaat herberg tot grote teleurstelling van mijn hospitalero. Ik had wat medelijden met hem. Nochtans een prima herberg om te overnachten.
Om 7 uur eruit, vlug een kattenwasje en op schok naar Monasterio. 22 paaltjes. Ik moet er nog 9 lopen nu. Onderweg Kersten en Marijke tegengekomen. Ze zaten uit te rusten langs de weg. Marijke was haar benen en voeten aan het insmeren met een tube hertenvet. Geen blaren garandeerde ze me. Aan het Ermita San Isidoro liep ik Kris tegen het lijf. Die was al aan het schoven in de lommerte van het kerkje. Ik heb me er dan maar even bijgezet om ook de ransel aan te spreken. Ondertussen is hij al weer vertrokken en tik ik mijn verslagje in op een picknicktafeltje onder een ceder. Gisterenavond ben ik de eerste foefelaars tegengekomen. De 17km beton op weg naar Almaden de la Plata hadden ze met de taxi afgelegd. ’t Waren Fransmannen en ze waren er precies nog fier op toen ze me het vertelden.
Jongens, ik heb weer genoten van dit tripje tot nu toe. Ik zit hier in de Extremadura, de braadpan van Europa.Schitterende vergezichten over de woeste heuvelkammen. Dorre verweerde velden met hier en daar wat steeneiken  ingepoot . De stammen van deze bomen nemen de akeligste vormen aan wat de magie van dit landschap nog eens extra in de verf zet . Een vogel met een kuifje, de hop, heeft me een paar honderd meters begeleid. Steeds 10 meter voor me uitvliegen en dan gaat zitten om me te kunnen beloeren . Seffens schiet ik terug in gang. Tot hier toe een gemakkelijke weg maar aan het eind weer een flinke klim naar 750 meter. Daarboven staat het Cruz del Puerto waar ik 2  steentjes ga neerleggen. Eerst nog eens wat zonnebrand smeren zie. ’t Is hier 35°C in ’t zonneke. Zwaar stapwerk en aangekomen aan de Albergue lag Kris op zijn bed. Hij was blij me te zien want hij was zijn gsm verloren onderweg. Das natuurlijk erg maar ineens stonden er mensen in de herberg die hem gevonden hadden. Kris was erg opgelucht. Minder gaat het met zijn conditie. Hij zat er volledig door. Hij denkt eraan om te stoppen. Alleszins zal hij morgen een rustdag nemen. Het is de hitte die hem die toeren lapt. Eerlijk gezegd, het is verdomd hard zwoegen. Nergens schaduw, alles verschroeid om je heen, loodzware zon …. Ik hoop er zelf geen last van te krijgen. Veel drinken en op de steile klims kleinere stappen nemen helpt wel een beetje. Nog geen blaren te bespeuren, het gaat dus redelijk goed tot nu toe. Morgen is het overwegend afdalen, dat is even meegenomen maar what Goes down must Go up. Shaloom, tot morgen.




1 opmerking:

Unknown zei

De eerste "foefelaars"! Haha. Geweldig. Zou toch niets voor mij zijn in die hitte. Ik zou er vlug uitliggen denk ik!